Reeks “nieuwe sociale maatregelen vanaf 1 januari 2024”
Sedert begin 2024 zijn er een aantal nieuwe maatregelen voor bedrijven in werking getreden. In deze reeks wordt een overzicht gegeven van de voornaamste nieuwe maatregelen. In deze laatste bijdrage behandelt Yente Caluwaerts het onderwerp ‘flexi-jobs’.
Reeks “Nieuwe sociale maatregelen vanaf 1 januari 2024”
Deel 4: Flexi-jobs
Sedert begin 2024 zijn er een aantal nieuwe maatregelen voor bedrijven in werking getreden. In deze reeks wordt een overzicht gegeven van de voornaamste nieuwe maatregelen. In deze bijdrage wordt het onderwerp ‘flexi-jobs’ behandeld.
Vanaf 1 januari 2024 zijn er een aantal nieuwe regels in werking getreden inzake flexi-jobs. Via het systeem van flexi-jobs kunnen bepaalde werknemers en gepensioneerden tegen gunstige voorwaarden een centje bijverdienen, terwijl werkgevers op een flexibele en voordelige manier extra personeel kunnen inzetten op piekmomenten.
Nieuwe sectoren
Een eerste nieuwigheid is dat het systeem van flexi-jobs wordt uitgebreid naar twaalf nieuwe sectoren. Deze sectoren zijn meer bepaald de volgende:
- Onderwijs
- Kinderopvang
- Publieke sport- en cultuursector
- Busvervoer
- Garagebedrijf
- Eventsector
- Land- en tuinbouw en aannemers van land- en tuinbouwwerken en loonsproeiers
- Rijscholen en opleidingscentra
- Begrafenisondernemers
- Vastgoed
- Verhuizers
- Voedingsindustrie
Bij de opsomming van deze nieuwe sectoren moet echter een kanttekening worden gemaakt. In deze sectoren hebben de sociale partners de mogelijkheid om, via een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, te beslissen of ze flexi-jobs al dan niet willen toelaten. Dit wordt het ‘opt-out principe’ genoemd. In sectoren waar flexi-jobs reeds voor 2024 werden gebruikt, is er geen optie om ze uit te sluiten.
In de sectoren die hierboven niet werden genoemd, wordt daarentegen aan de sociale partners de mogelijkheid gegeven om via een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst overeen te komen om flexi-jobs in te voeren. Zij kunnen dus autonoom beslissen of ze flexi-jobs willen implementeren in hun specifieke sector. Dit wordt het ‘opt-in principe’ genoemd.
Verhoging bijdrage
Flexi-jobbers zijn kosteneffectief. De werkgever krijgt de kans om tegen lagere arbeidskosten betrouwbare medewerkers aan te trekken. Tot voor 1 januari 2024 bedroeg de werkgeversbijdrage RSZ 25 %. Deze bijdrage is verschuldigd op het volledige loon (incl. vakantiegeld).
Een nieuwigheid vanaf 2024 is de verhoging van de bestaande bijzondere bijdrage van 25 % naar 28 % voor alle flexi-jobs, ook voor de reeds bestaande.
Minimumloon – maximumloon
Flexi-jobbers kunnen vanaf 1 januari 2024 van de sectorale barema’s genieten, met uitzondering van de horecasector. Dit brengt met zich mee dat het vastgelegde minimumloon in de meeste gevallen hoger zal liggen dan de huidige 12,05 euro per uur (incl. vakantiegeld).
Daarnaast wordt er voortaan een maximumbedrag vastgelegd voor het flexiloon. Het flexiloon mag niet hoger zijn dan 150 % van het basisminimumloon dat in de betreffende sector van toepassing is op de uitgeoefende functie. Er kan echter wel een ander maximumbedrag worden vastgesteld indien een collectieve arbeidsovereenkomst dit bepaalt.
Fiscaal loonplafond
Vanaf 1 januari 2024 wordt er een fiscaal loonplafond ingesteld van 12.000 euro op inkomsten uit flexi-jobs. Dit betekent dat het gedeelte van het loon dat boven het bedrag van 12.000 euro ligt niet meer is vrijgesteld van belastingen. Met andere woorden, flexi-jobbers worden alleen belast van zodra dit plafond bereikt is. Dit loonplafond geldt niet voor wettelijke gepensioneerden die ouder zijn dan 65 jaar.
Er moet wel een kanttekening gemaakt worden bij deze regel. Het plafond voor flexi-jobinkomsten zal pas ingevoerd worden wanneer er een online tool beschikbaar is waarmee flexi-jobbers hun verdiende flexi-loon in real-time kunnen volgen gedurende het lopende inkomstenjaar. Op die manier kunnen flexi-jobbers nagaan of het inkomensplafond dreigt overschreven te worden.
Anti-misbruik bepalingen
Tot slot zijn er sinds 2024 een aantal anti-misbruik bepalingen ingevoerd. Dit zorgt er voor dat de voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job werden aangescherpt. Meer bepaald gelden volgende nieuwe regels:
- Het is niet meer toegestaan om 4/5de te werken bij een onderneming en tegelijkertijd als flexi-jobber aan het werk te zijn bij een aan de onderneming verbonden onderneming.
- Er zal voortaan een wachtperiode gelden voor personen die van een voltijdse naar een 4/5de tewerkstelling overschakelen. Dergelijke werknemers mogen pas na 6 maanden een flexi-job uitoefenen.
- De werknemer kan niet langer in het kader van een andere arbeidsovereenkomst en gedurende hetzelfde kwartaal in dienst zijn of zijn geweest van dezelfde werkgever als degene bij wie hij een flexi-job gaat uitoefenen.