Vakgebieden

1Consultatiegegevens
2Contactgegevens
Klik op dit gebied om bestanden te uploaden U kunt tot 3 bestanden uploaden.
We accepteren PDF, JPEG en PNG bestanden.

Het strafrecht in de brede betekenis omvat zowel het materieel strafrecht als het strafprocesrecht.

Het materieel strafrecht kan worden omschreven als het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd. Hierbij staan twee begrippen centraal:

  • misdrijven (de omschrijving van de strafbare gedraging)
  • straffen (de bepaling van de straf)

De regels van het materieel strafrecht bepalen onder welke voorwaarden personen strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gesteld en welke omstandigheden deze verantwoordelijkheid kunnen uitsluiten of beperken. Men vindt er de algemene beginselen inzake daderschap, poging, deelneming, rechtvaardigingsgronden, schulduitsluitingsgronden …

Het materieel strafrecht bepaalt tevens de toepasselijke sancties (straffen, maatregelen, alternatieve sancties) en regelt hoe deze sancties in concrete gevallen door de rechter moeten worden toegepast (straftoemeting en strafmodaliteiten). In het verlengde hiervan liggen de regels van het strafuitvoeringsrecht die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen.

Het strafprocesrecht kan worden gedefinieerd als het geheel van de procedurele spelregels volgens welke het materieel strafrecht wordt toegepast. Zo bepaalt het strafprocesrecht door wie en op welke wijze de strafvordering wordt uitgeoefend en op welke wijze het bewijs van een misdrijf wordt geleverd. Het bevat de regels die bepalen welke rechtscolleges bevoegd zijn om te oordelen over schuld en straf, welke rechtsmiddelen openstaan tegen de beslissingen van de strafgerechten, enz.

Het strafrecht richt zich in hoofdorde tot de burger, in de vorm van verbodsbepalingen. Het strafprocesrecht daarentegen is in de eerste plaats gericht tot de overheid die belast is met de toepassing van de regels uit het strafprocesrecht.

Misdrijven en de bevoegde rechtbanken

In het Belgische strafrecht bestaan er drie soorten misdrijven: overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Overtredingen zijn het minst erg, misdaden zijn het meest ernstig. Dit onderscheid tussen de verschillende soorten misdrijven is belangrijk, aangezien de ernst van de feiten bepaalt voor welke rechtbank iemand moet verschijnen. In het strafrecht wordt er derhalve een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende rechtbanken: de politierechtbank, de correctionele rechtbank en het hof van assisen.

Politierechtbank

De politierechtbank zal zich in principe uitspreken over overtredingen. Een overtreding is de lichtste vorm van misdrijf. Enkele voorbeelden van overtredingen zijn: nachtlawaai, openbare dronkenschap, inbreuken op het verkeersreglement, het plegen van feitelijkheden of lichte gewelddaden (mits niemand gewond of geslagen is) …

Indien u voor de politierechtbank dient te verschijnen, zal u gedagvaard worden. Een dagvaarding is een officiële schriftelijke oproep om voor de rechtbank te verschijnen. In een dagvaarding wordt vermeld waarover de zaak gaat en wanneer u voor welke rechtbank moet verschijnen.

Indien u bent gedagvaard, kan u het dossier gaan inkijken op de griffie van het gerecht waar uw zaak wordt behandeld. De griffie is de administratie van een rechtbank. In het dossier zitten alle bewijsstukken die in het onderzoek zijn verzameld, alsook alle onderzoekshandelingen die zijn uitgevoerd.

Twijfel zeker niet om een advocaat te raadplegen wanneer u wordt gedagvaard. Deze zal uw dossier doornemen, u bijstaan en uw verdediging op zich nemen. In samenspraak met uw advocaat zal tevens nagegaan worden of u persoonlijk aanwezig dient te zijn op de zitting.

Correctionele rechtbank

De correctionele rechtbank doet uitspraak over wanbedrijven. Wanbedrijven betreffen strafbare feiten dewelke ernstiger zijn dan overtredingen, doch minder ernstig dan misdaden. Voorbeelden van wanbedrijven zijn: diefstal, misbruik van vertrouwen, oplichting, slagen en verwondingen … Ook de poging tot het plegen van een wanbedrijf is strafbaar. De straffen hiervoor liggen lager dan voor het wanbedrijf zelf.

Onderzoeksfase

Opsporingsonderzoek

In principe zal het Openbaar Ministerie een opsporingsonderzoek voeren. Dit onderzoek heeft de bedoeling om daders, hun misdrijven en de bewijzen ervan op te sporen.

Het Openbaar Ministerie zal een onderzoek starten op eigen initiatief of na een aangifte van het slachtoffer.

Kenmerken

Schriftelijk

Het opsporingsonderzoek kent een schriftelijk karakter. Dit houdt in dat voor elke onderzoekshandeling er een schriftelijk stuk wordt opgemaakt. Het geheel van deze schriftelijke stukken vormt het strafdossier.

Geheim

In principe is het opsporingsonderzoek geheim. Enkel op die manier kan het vermoeden van onschuld worden gewaarborgd en kan het onderzoek op een zo efficiënt mogelijk manier verlopen.

Uitzonderingen

Mededeling van kopie van het verhoor

De eerste uitzondering op het geheim karakter van het opsporingsonderzoek is de mededeling van een kopie van het verhoor. Indien u door de politie wordt ondervraagd, kan u steeds kosteloos een kopie verkrijgen van uw verhoor.

Verzoek tot inzage en kopie van het strafdossier

Ten tweede kunnen de rechtstreeks belanghebbenden (d.i. de verdachte, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij, diegene die een verklaring van benadeelde persoon hebben afgelegd, zij die in hun rechten zijn getreden of die hen als lasthebber ad hoc, voogd, voogd ad hoc vertegenwoordigen) een inzage van het strafdossier vragen op basis van een verzoekschrift.

Indien het Openbaar Ministerie u een inzage in het dossier weigert, kan u steeds beroep aantekenen bij de kamer van inbeschuldigingstelling.

Uw advocaat kan u helpen om een juridisch correct verzoekschrift op te stellen.

Niet tegensprekelijk

Het opsporingsonderzoek heeft een niet-tegensprekelijk karakter. Dit wil zeggen dat het Openbaar Ministerie u niet moet inlichten over het verdere verloop van het onderzoek.

In tegenstelling tot wat geldt voor het gerechtelijk onderzoek, kan u het Openbaar Ministerie ook niet formeel verzoeken om bepaalde onderzoekshandelingen uit te voeren. Natuurlijk kan u steeds informeel het Openbaar Ministerie aanzetten tot het voeren van een bepaalde onderzoeksdaad.

Uitzonderingen

Het strafrechtelijk kortgeding (de opheffing van het beslag)

Een eerste uitzondering op het niet-tegensprekelijk karakter van het opsporingsonderzoek is het strafrechtelijk kortgeding of de opheffing van het beslag. Indien uw goederen in beslag werden genomen, kan u een formeel verzoek richten aan het Openbaar Ministerie om het beslag stop te zetten.

Het kan naargelang het geval nuttig zijn om voor te stellen een borgsom te betalen in ruil voor de opheffing of akkoord te gaan met het verbod om de goederen tijdelijk niet te vervreemden.

Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correcte en afdoend gemotiveerd verzoekschrift.

Verzoek tot vervreemding of teruggave tegen betaling van een geldsom

Ten tweede kan het Openbaar Ministerie beslissen om over te gaan tot de verkoop of de teruggave van de in beslag genomen goederen tegen betaling van een geldsom.

Afsluiting van het onderzoek

Indien het Openbaar Ministerie het opsporingsonderzoek beëindigt, heeft hij de keuze tussen de volgende mogelijkheden.

  1. Ten eerste kan het Openbaar Ministerie de zaak zonder gevolg klasseren of seponeren. Dit wil zeggen dat er aan het strafdossier geen verder gevolg wordt gegeven.
  2. Vervolgens kan het Openbaar Ministerie ook een minnelijke schikking of een strafbemiddeling
  3. Ten derde kan het Openbaar Ministerie beslissen om de verdachte strafrechtelijk te laten vervolgen door de verdachte ofwel rechtstreeks voor de correctionele rechtbank te dagvaarden ofwel door een gerechtelijk onderzoek te bevelen.

Gerechtelijk onderzoek

Wanneer zou blijken dat er dwangmaatregelen nodig zijn om de zaak verder te onderzoeken, zal het Openbaar Ministerie een gerechtelijk onderzoek bevelen.

Dwangmaatregelen kunnen onder andere bestaan uit: een telefoontap, een huiszoeking, het uitvaardigen van een aanhoudingsbevel …

Vanaf dat moment krijgt de onderzoeksrechter de leiding over het onderzoek.

Daarnaast kan de onderzoeksrechter ook geadieerd worden door het slachtoffer die zich burgerlijke partij stelt op basis van een klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter. Deze mogelijkheid staat enkel open voor hij/zij die beweert het slachtoffer te zijn geworden van een wanbedrijf of misdaad. Voor slachtoffers van overtredingen bestaat deze mogelijkheid niet.

Indien het Openbaar Ministerie reeds een gerechtelijk onderzoek had gevorderd, kan het slachtoffer zich evenzeer burgerlijke partij stellen en dit bij wijze van voeging.

Kenmerken

Schriftelijk

Net zoals het opsporingsonderzoek, verloopt het gerechtelijk onderzoek schriftelijk. Dit wil zeggen dat van alle onderzoekshandelingen een geschreven stuk wordt opgemaakt. Het geheel van deze stukken vormt het strafdossier.

Geheim

Net zoals het opsporingsonderzoek, heeft het gerechtelijk onderzoek eveneens een geheim karakter om de waarheidsvinding te vergemakkelijken en het vermoeden van onschuld te waarborgen.

Uitzondering

Mededeling kopie verhoor

Als eerste uitzondering op het geheim karakter van het gerechtelijk onderzoek, dient de mogelijkheid tot mededeling van een kopie van het verhoor te worden vermeld.

Iedereen die door de politie wordt ondervraagd kan een kopie van zijn of haar verhoor gratis opvragen.

Naar aanleiding van de controle op de voorlopige hechtenis, kan ook de aangehouden verdachte een kopie krijgen van zijn ondervraging.

Verzoek tot inzage en kopie van het strafdossier

Ten tweede kunnen de rechtstreeks belanghebbenden (d.i. de inverdenkinggestelde, degene tegen wie de strafvordering is ingesteld in het kader van het gerechtelijk onderzoek, de verdachte, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij, de burgerlijke partij, de benadeelde persoon, degene die in hun rechten is getreden of die hen als lasthebber ad hoc, curator, voorlopig bewindvoerder, voogd of voogd ad hoc vertegenwoordigen) een inzage van het strafdossier vragen op basis van een verzoekschrift gericht aan de onderzoeksrechter.

Indien de onderzoeksrechter u een inzage in het dossier weigert, kan u steeds beroep aantekenen bij de Kamer voor Inbeschuldigingstelling.

Uw advocaat kan u helpen om een juridisch correct verzoekschrift op te stellen.

Niet-contradictoir

Het gerechtelijk onderzoek heeft net zoals het opsporingsonderzoek een niet-tegensprekelijk karakter. Dit wil zeggen dat u het verdere verloop van het onderzoek in principe niet kan bepalen. Hierop bestaan enkele uitzonderingen.

Uitzonderingen

Het strafrechtelijk kortgeding

Een eerste uitzondering op het niet-tegensprekelijk karakter van het gerechtelijk onderzoek is het strafrechtelijk kortgeding of de opheffing van het beslag. Indien uw goederen in beslag werden genomen, kan u een formeel verzoek richten aan de onderzoeksrechter om het beslag op te heffen.

Het kan naargelang het geval nuttig zijn om voor te stellen een borgsom te betalen in ruil voor de opheffing of akkoord te gaan met het verbod om de goederen tijdelijk niet te vervreemden.

Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correct en voldoende gemotiveerd verzoekschrift.

Verzoek tot aanvullend onderzoek

In tegenstelling tot in het opsporingsonderzoek, kan u tijdens het gerechtelijk onderzoek steeds een formeel verzoek richten tot de onderzoeksrechter om bijkomend onderzoek te voeren. Dit kan gaan over het verhoor van een getuige of verdachten een deskundigenonderzoek, een confrontatie, een huiszoeking …

U dient uw vraag tot de onderzoeksrechter te richten aan de hand van een verzoekschrift.

Indien de onderzoeksrechter weigert de door u gevraagde onderzoekshandeling te stellen, kan u steeds beroep aantekenen bij de Kamer voor Inbeschuldigingstelling.

Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correct en voldoende gemotiveerd verzoekschrift.

Voorlopige hechtenis

Indien u tijdens het gerechtelijk onderzoek bent gearresteerd door de politie, dient de noodzakelijkheid van uw verdere aanhouding periodiek te worden gecontroleerd.

Wanneer u wordt gearresteerd, kan de politie u tot 48 uur aanhouden.

Daarna moet een onderzoeksrechter beslissen of er aanwijzingen zijn voor een verlenging van uw vrijheidsberoving.

Indien de onderzoeksrechter beslist dat u langer in de cel moet blijven, levert hij een aanhoudingsbevel af. In dat geval moet de raadkamer binnen de vijf dagen beslissen over een eventuele verlenging.

Indien ook de raadkamer beslist dat u langer in de cel moet blijven, zal de raadkamer maandelijks, en na de derde raadkamerzitting tweemaandelijks, nagaan of u nog langer van uw vrijheid moet worden beroofd in de aanloop naar het proces.

Wanneer u niet akkoord bent met uw verdere vrijheidsberoving, is het natuurlijk ook mogelijk om beroep aan te tekenen.

Uw advocaat kan u helpen om juridisch correct en afdoende te motiveren waarom u niet langer in voorlopige hechtenis hoeft te verblijven.

Afsluiting van het onderzoek

Indien de onderzoeksrechter meent dat hij/zij alles heeft onderzocht wat er te onderzoeken valt, dan zal hij/zij het dossier overmaken aan het Openbaar Ministerie via een beschikking tot mededeling.

Indien het Openbaar Ministerie eveneens van mening is dat het onderzoek volledig is, zal hij overgaan tot vordering van de regeling van de rechtspleging. Hiertoe zal hij een aan de raadkamer een schriftelijke eindvordering richten.

Voor de zitting van de raadkamer heeft de inverdenkinggestelde, de burgerlijke partij en de benadeelde persoon de mogelijkheid om het strafdossier in te kijken. Ook zullen deze partijen de mogelijkheid hebben om tijdens de inzageperiode bijkomend onderzoek te vragen.

De raadkamer dient te oordelen of er voldoende bezwaren bestaan om de inverdenkinggestelde door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Indien de raadkamer van mening is dat er geen voldoende elementen in het dossier zitten om uw zaak door te verwijzen naar de correctionele rechtbank, zal de raadkamer de inverdenkinggestelde buiten vervolging stellen. Dit wil zeggen dat er geen veroordeling zal volgen door de correctionele rechtbank.

Fase voor de correctionele rechtbank

Uitnodiging

Indien de raadkamer de verdachte of inverdenkinggestelde doorverwijst naar de correctionele rechtbank, zal de beklaagde een oproeping krijgen om voor de correctionele rechtbank te verschijnen.

Daarnaast is het ook mogelijk voor het slachtoffer of het Openbaar Ministerie om rechtstreeks voor de correctionele rechtbank te dagvaarden. De verdachte zal dan via de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding ontvangen.

Aanwezigheid op de zitting

Alle partijen hebben het recht om persoonlijk te verschijnen of zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat.

Enkel wanneer de rechter een persoonlijke verschijning beveelt, is aanwezigheid verplicht.

Indien de beklaagde niet aanwezig is op de zitting, kan de rechter de beklaagde bij verstek veroordelen. Dit wil zeggen dat de rechter de beklaagde kan veroordelen zonder dat deze laatste hierover een verweer heeft kunnen voeren. Indien de beklaagde zich kan beroepen op overmacht of een gegronde reden had om niet te verschijnen, dan kan nog verzet worden aangetekend tegen de veroordeling op verstek.

Verloop

De rechter zal op de zitting eerst het woord geven aan het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie zal op dat moment kenbaar maken welke straf het vordert.

Daarna zal de rechter kort het woord geven aan de aanwezige partijen. Vervolgens is het aan de advocaten om hun dossier te pleiten.

De advocaat van de burgerlijke partij zal eerst mogen pleiten, waarna de advocaat van de beklaagde zijn verhaal mag brengen. Daarna mag de advocaat van de burgerlijke partij nog eens antwoorden op het pleidooi van de advocaat van de beklaagde.

Tot slot zal de rechter de zaak in beraad nemen. Dit wil zeggen dat de rechter binnen een bepaalde termijn op basis van de inhoud van het strafdossier en de pleidooien een beslissing zal nemen over de strafrechtelijke en de burgerrechtelijke vordering.

Hof van assisen

Het hof van assisen spreekt zich uit over misdaden. Misdaden zijn de meest ernstige misdrijven. Voorbeelden van misdaden zijn: aanranding van de eerbaarheid van een minderjarige, verkrachting, doodslag, moord … Ook de poging tot het plegen van een misdaad is strafbaar. De straffen hiervoor liggen lager dan voor de misdaad zelf.

Wanneer er sprake is van een misdaad die voor het hof van assisen hoeft te komen, zal de procureur-generaal het dossier doorverwijzen naar het hof van assisen.

De beschuldigde en de burgerlijke partijen zullen na de verwijzing de kans krijgen om het strafdossier in te kijken en kunnen gratis een kopie verkrijgen.

Preliminaire zitting

Vooraleer de eigenlijke zitting plaatsvindt, wordt een preliminaire zitting georganiseerd. Op deze zitting wordt de lijst van getuigen samengesteld.

Zowel de beschuldigde als de burgerlijke partijen mogen aanwezig zijn op te zitting of zich laten vertegenwoordigen door hun advocaat.

Rechtspleging ter zitting

In principe moet de beschuldigde persoonlijk verschijnen. De beschuldigde die zich niet in voorlopige hechtenis bevindt, kan ook vertegenwoordigd worden door zijn advocaat.

Aan het begin van de zitting zullen de juryleden de eed af leggen. Daarna zal de procureur-generaal de akte van beschuldiging voorlezen. De beschuldigde kan vervolgens een akte van verdediging voorleggen.

Nadien worden de getuigen die tijdens de preliminaire zitting op een lijst werden gezet, een voor een gehoord.

Na het horen van de getuigen krijgen de burgerlijke partij en de procureur-generaal het woord, waarna de beschuldigde het laatste woord krijgt.

Schuldvraag

De jury alsook de professionele magistraten zullen zich moeten buigen over de schuldvraag, maar enkel de jury zal een stem uitbrengen.

De jury zal haar beslissing ook motiveren. Het college van de professionele magistraten zal namelijk de voornaamste redenen van de beslissing van de jury moeten formuleren.

Indien de jury over de schuldvraag slechts een meerderheid bereikte van zeven stemmen (schuldig) tegen vijf stemmen (onschuldig), zullen ook de professionele magistraten onder elkaar een stemming moeten uitbrengen. Indien deze magistraten met een eenvoudige meerderheid het eens zijn over de onschuld van de beschuldigde, zal deze worden vrijgesproken.

Straftoemeting

Indien de beschuldigde schuldig wordt verklaard dan zal het debat over de straftoemeting starten.

Opnieuw zullen eerst de procureur-generaal en de burgerlijke partijen het woord krijgen. Vervolgens zal de beschuldigde de kans krijgen om zijn/haar standpunt uiteen te zetten over de strafmaat.

De jury en de professionele magistraten zullen na het debat beslissen over de strafmaat of een eventuele internering. De beslissing wordt genomen bij een gewone meerderheid. Ook deze beslissing dient afdoende te worden gemotiveerd.

Burgerlijke vordering

Pas na het afsluiten van het strafproces, zal de rechtspleging worden voortgezet om de zaak ook op burgerlijk vlak te kunnen behandelen. Over de burgerlijke vordering zullen enkel de professionele magistraten oordelen en niet de jury.

Straffen

De straffen kunnen op verschillende wijzen worden onderverdeeld. Vanuit een praktisch oogpunt is de voornaamste indeling de wettelijke indeling in politiestraffen, correctionele straffen en criminele straffen. Deze indeling heeft te maken met de strafmaat.

In de praktijk wordt ook een indeling gemaakt in hoofdstraffen en bijkomende straffen. Hoofdstraffen kunnen apart worden opgelegd, bijkomende kunnen enkel samen met een hoofdstraf worden uitgesproken. Zij kunnen dus niet afzonderlijk worden opgelegd. De hoofdstraffen zijn de vrijheidsstraffen (opsluiting en gevangenisstraf), de straf onder elektronisch toezicht, de werkstraf, de probatiestraf en de geldboete. De bijkomende straffen zijn onder meer de geldboete, de bijzondere verbeurdverklaring, de afzetting, de ontzetting en de publicatie van vonnissen en arresten. De door de rechter opgelegde straf bestaat dus steeds uit een hoofdstraf, al dan niet met één of meer bijkomende straffen.

Vervangende straffen zijn straffen die in de plaats komen van een andere straf. Zo kan de boetevervangende gevangenisstraf in de plaats van de geldboete komen en de werkstrafvervangende gevangenisstraf of geldboete in de plaats van de werkstraf. In verkeersstrafzaken wordt als boetevervangende straf een rijverbod opgelegd.

Vrijheidsstraffen

De rechter kan u veroordelen tot een vrijheidsstraf. Deze straf wordt uitgevoerd in een strafinrichting. De duur van een vrijheidsstraf is afhankelijk van het type misdrijf dat men heeft gepleegd:

  • De overtredingen, waarover de politierechtbank bevoegd is, worden bestraft met een gevangenisstraf van maximum zeven dagen.
  • De wanbedrijven, waarover de correctionele rechtbank bevoegd is, worden bestraft met een gevangenisstraf van minimum acht dagen en maximum vijf jaar.
  • De misdaden, waarover het hof van assisen bevoegd is, zijn strafbaar met een gevangenisstraf van minimum vijf jaar.

Hoewel de voorlopige hechtenis geen straf is, worden de dagen dat men in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht afgetrokken van de duur van de uitgesproken vrijheidsstraf.

Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank

De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank is een bijkomende straf die in de door de wet bepaalde gevallen moet of kan worden uitgesproken met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen personen die bepaalde ernstige strafbare feiten plegen die de integriteit van personen aantasten. Deze bijkomende straf gaat in na het verstrijken van de effectieve hoofdgevangenisstraf of van de opsluiting.

Door de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank wordt aan de minister van Justitie de mogelijkheid geboden veroordeelden, na het ondergaan van hun straf, nog verder gevangen te houden.

Geldboete

De geldboete is een patrimoniale straf die bestaat uit de inning van een geldsom ten voordele van de Staat. Kwantitatief beschouwd is de geldboete vandaag de belangrijkste straf, omdat zij in de praktijk het meest frequent wordt toegepast.

De geldboete kan worden opgelegd als hoofdstraf of als bijkomende straf. Bij criminele straffen is de geldboete altijd een bijkomende straf. Bij correctionele en politiestraffen is de geldboete, al naargelang het geval, een hoofdstraf of een bijkomende straf.

Straf onder elektronisch toezicht

De straf onder elektronisch toezicht is een vrijheid beperkende straf en bestaat uit de verplichting om gedurende een door de rechter bepaalde termijn aanwezig te zijn op een bepaald adres, behoudens toegestane verplaatsingen of afwezigheden, waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van elektronische middelen om dit te controleren (enkelband, GPS, stemherkenning …), en waaraan voorwaarden worden gekoppeld.

Werkstraf

De werkstraf bestaat hierin dat de veroordeelde kosteloos arbeid verricht tijdens de vrije tijd waarover hij naast zijn eventuele school- of beroepsactiviteiten beschikt. Deze arbeid mag uitsluitend worden verricht bij openbare diensten van de Federale Staat, de gemeenten, de provincies, de gewesten en de gemeenschappen, evenals bij vzw’s of bij stichtingen met een sociaal, wetenschappelijk of cultureel oogmerk. De werkstraf mag niet bestaan uit een activiteit die in de aangewezen overheidsdienst of vereniging doorgaans door bezoldigde werknemers wordt verricht.

Autonome probatiestraf

De rechter kan, onder bepaalde voorwaarden, de uitspraak van de veroordeling opschorten (d.w.z. dat hij nog geen straf uitspreekt) of de tenuitvoerlegging van de straf uitstellen (d.w.z. dat de straf nog niet effectief moet ondergaan worden) en hieraan een proeftijd verbinden binnen dewelke de veroordeelde geen nieuwe strafbare feiten mag plegen en desgevallend nog bijzondere voorwaarden moet naleven, probatievoorwaarden genoemd.

Een autonome probatiestraf bestaat uit de verplichting bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een bepaalde termijn die door de rechter wordt bepaald. Bijvoorbeeld: het volgen van een therapie tegen drugsverslaving, een cursus geweldbeheersing, een vorming budgetbeheer, werk zoeken, Nederlandse leren …

Verbeurdverklaring of confiscatie

De confiscatie of verbeurdverklaring is een rechterlijke beslissing die het eigendomsrecht over bepaalde zaken, die verband houden met een misdrijf, aan de veroordeelde ontneemt.

De volgende zaken kunnen worden verbeurdverklaard:

  • de zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken;
  • de zaken die gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf;
  • de zaken die uit het misdrijf voortkomen.

Afzetting

De afzetting is een rechterlijke beslissing waarbij aan een veroordeelde de titels, graden, openbare ambten, bedieningen en betrekkingen waarmee hij bekleed is, worden afgenomen. De afzetting is een onterende straf: zij raakt de veroordeelde in zijn eer waardigheid.

Ontzetting

De ontzetting is een rechterlijke beslissing die aan de veroordeelde het recht ontneemt bepaalde burgerlijke en/of politieke rechten uit te oefenen. Het betreft het recht:

  1. Openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen;
  2. Verkozen te worden;
  3. Enig ereteken te dragen of enige adellijke titel te voeren;
  4. Gezworene of deskundige te zijn, als instrumentair of attesterend getuige bij akten op te treden: in rechte te getuigen, anders dan om enkel inlichtingen te geven;
  5. Geroepen te worden tot het ambt van voogd, toeziende voogd of curator, behalve over hun eigen kinderen, of om het ambt van gerechtelijk bewindvoerder over de goederen van een vermoedelijk afwezige of bewindvoerder van een krachtens art. 492/1 BW beschermd persoon uit te oefenen;
  6. Een wapen of munitie te vervaardigen, te wijzigen, te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, in, uit, of door te voeren, of te dienen in de krijgsmacht.

Beroepsverbod

Het Belgische strafrecht voorziet niet op algemene wijze in een beroepsverbod, nl. de ontzetting uit het recht een bepaald beroep uit te oefenen als sanctie voor het misbruik van bepaalde beroepsactiviteiten.

Voor bepaalde misdrijven is echter een beroepsverbod als straf bepaald. Wie bijvoorbeeld veroordeeld werd wegens exploitatie van prostitutie kan het verbod krijgen een drankgelegenheid, een hotel, een reisbureau, een massagesalon, etc. uit te baten. Veroordelingen wegens zedenfeiten op minderjarigen kunnen gepaard gaan met een verbod activiteiten uit te oefenen waarbij men in contact komt met kinderen (onderwijs, sport, ontspanning …). Een ander voorbeeld is te vinden in de Drugswet, dat voorziet in een levenslange of tijdelijke ontzetting uit het recht een medisch of paramedisch beroep uit te oefenen.

Bijstand bij een verhoor

Sinds de invoering van de zogenaamde Salduz-wet in België heeft eenieder recht op bijstand van een advocaat tijdens een ondervraging door de politie. Een confrontatie met politie of justitie kan voor een slachtoffer of een verdachte immers heel wat stress en onzekerheid met zich meebrengen. Bovendien bevindt de verdachte zich in een bijzonder kwetsbare positie. De advocaat heeft in dergelijke scenario’s dan ook een cruciale rol. De advocaat zijn aanwezigheid is van belang op twee verschillende momenten:

Vertrouwelijk overleg

De verdachte heeft voorafgaand aan zijn verhoor van de politie recht op een vertrouwelijk overleg met zijn advocaat naar keuze. Indien de verdachte van zijn/haar vrijheid beroofd werd, mag dit overleg maximum 30 minuten in beslag nemen. Dit is een korte termijn dat steeds zo nuttig mogelijk wordt besteed. In deze fase tracht de advocaat zijn cliënt zo goed mogelijk te informeren over zijn/haar rechten en de mogelijke verdere procedure. Daarnaast is het van belang dat de advocaat van de verdachte zo veel mogelijk informatie vergaard over de situatie en welke feiten zich hebben voorgedaan. Dit brengt de advocaat in de mogelijkheid om samen een strategie uit te denken en het verhoor derhalve zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Verhoor

Tijdens het verhoor zal de advocaat toezicht uitoefenen en garanderen dat de rechten van een verdachte worden gegarandeerd. Zo zal de advocaat toezicht uitoefenen op onder meer volgende elementen:

  • Het verbod op zelfincriminatie: het recht dat niemand verplicht kan worden zichzelf te beschuldigen door belastende verklaringen tegen zichzelf af te leggen.
  • Het zwijgrecht: het recht dat niemand gedwongen kan worden te antwoorden op de vragen, of een verklaring af te leggen. Een verdachte heeft immers steeds het recht te kiezen om bepaalde vragen niet te beantwoorden zonder dat dit een negatief gevolg mag hebben.
  • De wijze waarop de verdachte wordt behandeld en of er door de politiediensten geen ongeoorloofde druk/dwang wordt uitgeoefend.
  • De wijze waarop de verklaring wordt geakteerd door de politiediensten.

De aanwezigheid van een advocaat tijdens een eerste verhoor is dan ook uitermate belangrijk. Het kan de advocaat toelaten om kort op de bal te spelen, waardoor het onderzoek in een andere richting wordt gestuurd en er geen onnodige tijd verloren gaat. Wij raden onze cliënten dan ook aan een advocaat te raadplegen.

Rol van het slachtoffer

Een slachtoffer van een misdrijf kan verschillende hoedanigheden aannemen. Het is van belang te weten dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende statuten van slachtoffers. Aan een slachtoffer dat de hoedanigheid van klager of benadeelde persoon heeft, worden immers minder verregaande rechten toegekend dan aan het slachtoffer dat de hoedanigheid van de burgerlijke partij verkreeg.

Klager

Een eerste statuut dat een slachtoffer van een misdrijf kan aannemen is deze van klager. Dit is de minst verregaande hoedanigheid die een slachtoffer kan aannemen. Het slachtoffer legt in dat geval klacht neer bij de politie.

Als klager kan een slachtoffer verzoeken dat bepaalde opsporingshandelingen worden verricht door de politie. Hij kan ook vragen dat bepaalde getuigen worden gehoord.

Het neerleggen van een klacht is voor een slachtoffer echter niet voldoende om betrokken te worden bij de strafprocedure. Bovendien zal het slachtoffer niet geïnformeerd worden over het verder verloop van de procedure. Indien het slachtoffer dit wel wenst, dient hij zich te registreren als benadeelde persoon.

Burgerlijke partij

Een slachtoffer, of zijn rechtsopvolgers, kunnen zich burgerlijke partij stellen. Men kan zich burgerlijke partij stellen tijdens de onderzoeksfase, of tijdens de zitting voor de rechtbank. Het is aan te raden dat men een advocaat raadpleegt, dewelke zal helpen bij het stellen van een burgerlijke partijstelling.

Een slachtoffer dat zich burgerlijke partij heeft gesteld wordt een procespartij in de strafprocedure. Dit houdt in dat het slachtoffer inzage kan krijgen in het strafdossier, maar ook dat hij bijkomende onderzoekshandelingen kan vorderen.

Het moet echter wel voor ogen worden gehouden dat een burgerlijke partij hierbij het doel moet hebben om een schadevergoeding te bekomen voor de schade die aan hem door het misdrijf is veroorzaakt.

Benadeelde persoon

Het slachtoffer kan het statuut van benadeelde persoon aannemen. Dit kan door op het secretariaat van het parket van de procureur des Konings een verklaring van benadeelde persoon neer te leggen, of door een formulier in te vullen bij de politie wanneer men klacht neerlegt.

Op grond van de hoedanigheid van benadeelde persoon worden aan een slachtoffer enkele rechten toegekend, met name: het recht om bijgestaan of vertegenwoordigd te worden door een advocaat; het recht om ieder document toe te voegen aan het dossier indien het slachtoffer dit nuttig acht; het recht om in kennis te worden gesteld van een seponeringsbeslissing en de reden daarvan, en het recht op het instellen van een gerechtelijk onderzoek en de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- en vonnisgerecht.

In tegenstelling tot het slachtoffer dat het statuut van burgerlijke partij heeft, krijgt het slachtoffer dat het statuut van benadeelde persoon heeft geen inzagerecht in het strafdossier. De benadeelde persoon heeft derhalve geen kennis van de feiten die aan de verdachte worden ten laste gelegd.

Indien u een financiële vergoeding voor de geleden schade wil, volstaat het niet om u benadeelde persoon te verklaren. In dat geval dient u zich burgerlijke partij te stellen.

Strafbare feiten minderjarige

Misdrijven gepleegd door een minderjarige worden een ‘als misdrijf omschreven feit’ genoemd. Een minderjarige die dergelijk misdrijf pleegt, komt niet voor de strafrechter maar voor de jeugdrechter. Een minderjarige kan immers niet vervolgd worden voor misdrijven zodoende dat de jeugdrechter geen straffen, maar maatregelen oplegt. Een jongere kan dus niet zomaar straffeloos zijn of haar gang gaan.

Pas vanaf de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt, wordt een persoon strafbekwaam. Een uitzondering hierop betreffen de verkeersovertredingen, waarbij men strafbekwaam is vanaf de leeftijd van 16 jaar. Voor bepaalde misdrijven kunnen jongeren ouder dan 16 jaar toch veroordeeld worden volgens het volwassen strafrecht, en zullen zij toch moeten verschijnen voor de strafrechter. Dat heet de uithandengeving.

Maatregelen jeugdrechter

Indien de minderjarige de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt wanneer deze een ‘als misdrijf omschreven feit’ pleegt, zal de jeugdrechter bij het opleggen van maatregelen zich dienen te beperken tot een berisping, een intensieve educatieve begeleiding of een opvolging door de bevoegde sociale dienst die toegevoegd is aan elke jeugdrechtbank.

Indien de minderjarige echter ouder dan 12 jaar is op het moment van het plegen van het ‘als misdrijf omschreven feit’, dan beschikt de jeugdrechter over een pakket van maatregelen dat hij kan opleggen aan de jongere. Dit kan een vorm van verplichte begeleiding zijn, maar evengoed een plaatsing in een gesloten inrichting.

Betrokkenheid en informatie

Indien een minderjarige wordt verdacht van het plegen van een ‘als misdrijf omschreven feit’, worden de ouders van deze jongere nauw betrokken bij de procedure. Zij worden telkens opgeroepen en geïnformeerd omtrent de stand van de procedure. Dit geldt ook voor elke andere persoon die de jongere onder zijn bewaring heeft, zoals pleegouders, grootouders, stiefouders …

Raadpleging advocaat

Wanneer een minderjarige verdacht wordt van het plegen van een ‘als misdrijf omschreven feit’, heeft deze net als andere verdachten het recht op bijstand van een advocaat gedurende de gehele procedure, ook bij het verhoor door de politiediensten. Minderjarigen kunnen bij een verhoor zelfs nooit afstand doen van dit recht op bijstand van een advocaat. Zij zullen dus steeds worden bijgestaan door een advocaat.

Rol van de advocaat

Bent u slachtoffer geworden van een misdrijf, of wordt u verdacht van een strafbaar feit? In welke situatie u zich ook bevindt, u heeft altijd recht op de beste verdediging. Onze afdeling Straf- en Strafprocesrecht staat dan ook dagelijks voor u klaar.

Ons team strafrecht is dagelijks te vinden in diverse rechtbanken doorheen het land. Onze advocaten kunnen u bijstaan voor de politierechtbank, de correctionele rechtbank, hoven van beroep, het hof van assisen en het Hof van Cassatie. Daarnaast beschikken diverse advocaten van ons team over het nodige getuigschrift om een procedure voor het Hof van Cassatie in strafzaken te kunnen voeren.

Wij staan u vanaf het begin van de zaak met raad en daad bij. We zijn er ons van bewust dat een strafprocedure, of u nu slachtoffer dan wel beschuldigde bent, een zware impact heeft op uw leven. We vinden het dan ook een prioriteit u niet enkel juridisch te begeleiden, maar ook u op een menselijke en verstaanbare manier wegwijs te maken in de strafrechtprocedure. Samen met u overlopen we de verschillende juridische mogelijkheden.

Als slachtoffer kunt u bij ons terecht voor bijstand van een politionele klacht tot het neerleggen van een klacht met burgerlijke partijstelling. Dit laatste houdt in dat u het recht uitoefent om voor de door u geleden schade vergoed te worden. Wordt u beschuldigd van een misdrijf, dan kunt u gedurende het gehele verloop van de procedure op de bijstand van ons team rekenen. Meestal start een strafzaak bij de politie. Afhankelijk van het dossier, zal het onderzoek verder worden geleid door het Openbaar Ministerie of de onderzoeksrechter. Indien wordt besloten tot vervolging, zal de rechter een uitspraak doen. Onze advocaten verdedigen u vanaf het eerste contact met de politie tot aan de uitvoering van een eventuele straf.

Doorheen de jaren stond ons team zowel verdachten als slachtoffers bij in tal van spraakmakende dossiers. Onze aanpak kenmerkt zich door een grondige kennis van het dossier en een diepgaande kennis van het strafprocesrecht.

Ons team van advocaten is actief in heel België, én in het buitenland. Ons kantoor behandelt eveneens zaken voor internationale rechtscolleges. Zo pleiten onze advocaten bijvoorbeeld ook voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens indien er sprake is van een schending van de mensenrechten (zoals het recht op privéleven, de vrijheid van meningsuiting, het verbod op discriminatie …). Ons team heeft een uitgebreid internationaal netwerk opgebouwd, zodat steeds samengewerkt kan worden met buitenlandse experten in het Straf- en Strafprocesrecht.

1Consultatiegegevens
2Contactgegevens
Klik op dit gebied om bestanden te uploaden U kunt tot 3 bestanden uploaden.
We accepteren PDF, JPEG en PNG bestanden.

FAQ

Ik word uitgenodigd voor een verhoor, heb ik recht op een advocaat?

Indien de politie u verdenkt van een misdrijf en u uitnodigt voor een verhoor, hebt u vaste rechten en plichten. Of u nu wordt verdacht van het plegen van een misdrijf of verhoord wordt als getuige, u heeft steeds recht op bijstand van een advocaat. Uw advocaat mag aanwezig zijn tijdens uw verhoor bij de politie, zodat die u kan bijstaan met raad en daad.

Indien u niet gearresteerd bent door de politie, raden wij u steeds aan om voor het verhoor advies te vragen aan een advocaat. Wordt u verhoord nadat u gearresteerd bent, dan heeft u ook recht op bijstand van een advocaat en heeft de advocaat de mogelijkheid om voor het verhoor met u een vertrouwelijk overleg te hebben. Tijdens dit verhoor kan de advocaat samen met u het dossier kort overlopen en de verdere strategie bespreken.

U kan zelf een advocaat kiezen of u kan zich laten bijstaan door een willekeurige advocaat die wordt opgeroepen via de permanentiedienst. Ons kantoor is ook aangesloten bij de permanentiedienst.

Ik ben slachtoffer van een crimineel feit, kan ik de dader voor de rechtbank brengen?

Een strafprocedure kan op verschillende manieren worden opgestart.

Ten eerste kan de politie een misdrijf vaststellen op eigen initiatief. De politie zal na de vaststelling een proces-verbaal (d.i. de schriftelijke weergave van de feiten) opmaken en dit doorsturen naar het Openbaar Ministerie die zal beslissen over een eventuele vervolging.

Ten tweede kan u bij de politie een klacht indienen. In dit geval krijgt u een attest van klachtneerlegging mee naar huis.

Ook is het mogelijk om op het secretariaat van het Openbaar Ministerie een verklaring van benadeelde persoon neer te leggen. Dit heeft als voordeel dat u op de hoogte wordt gehouden van het verdere verloop van het onderzoek.

Indien u schade heeft geleden en u een financiële vergoeding wenst, kan u daarnaast een vordering indienen bij de burgerlijke rechtbank of kan u zich burgerlijke partij stellen.

Als burgerlijke partij heeft u naast het herstel van de schade (doorgaans d.m.v. een schadevergoeding) ook een aantal rechten tijdens de strafprocedure:

  • U kan aan de onderzoeksrechter vragen of u uw dossier mag inkijken;
  • U kan aan de onderzoeksrechter vragen om bijkomend onderzoek te voeren;
  • U kan vragen om geïnformeerd en/of gehoord te worden wanneer beslist wordt over de manier van uitvoering van de straf van veroordeelde.

Er bestaan verschillende manieren om u burgerlijke partij te stellen.

  • Ten eerste kan u zich burgerlijke partij stellen voor de onderzoeksrechter wanneer een gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd. Dit kan u ook doen indien het Openbaar Ministerie uw zaak heeft geseponeerd.
  • Indien de zaak al werd doorverwezen naar een rechtbank, kan u zich eveneens voor de rechtbank burgerlijke partij stellen.

Tot slot kan u de vermoedelijke dader rechtstreeks voor de politie- of de correctionele rechtbank dagvaarden. Een rechtstreekse dagvaarding is enkel mogelijk ingeval de feiten een overtreding of een wanbedrijf (dit is het geval wanneer de rechter een gevangenisstraf kan uitspreken van minimum 8 dagen en maximum vijf jaar of een geldboete van ten minste 26 euro) uitmaken.

Ik ben slachtoffer van een seksueel misdrijf, wat moet ik doen?

Als u aangifte wil doen, is het belangrijk om zo snel mogelijk naar de politie, een ziekenhuis of een huisarts te gaan. Hoe sneller u dit doet, hoe groter de kans bestaat dat er eventuele sporen van de dader bewaard kunnen worden.

Ook voor de eerste opvang is de snelle stap naar de politie van belang. De politie kan u namelijk doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten zoals de dienst slachtofferhulp en de dienst slachtofferonthaal van het justitiehuis.

Ook jaren na de feiten, kan het alsnog nuttig zijn om aangifte te doen.

Hoelang kan de politie mij aanhouden?

Wanneer u wordt gearresteerd, kan de politie u tot 48 uur aanhouden.

Daarna moet een onderzoeksrechter beslissen of er aanwijzingen zijn voor een verlenging van uw vrijheidsberoving.

Indien de onderzoeksrechter beslist dat u langer in de cel moet blijven, levert hij een aanhoudingsbevel af. In dat geval moet de raadkamer binnen de vijf dagen beslissen over een eventuele verlenging.

Indien ook de raadkamer beslist dat u langer in de cel moet blijven, zal de raadkamer maandelijks, en na de derde raadkamerzitting tweemaandelijks, nagaan of u nog langer van uw vrijheid moet worden beroofd in de aanloop naar het proces.

Wanneer u niet akkoord bent met uw verdere vrijheidsberoving, is het natuurlijk ook mogelijk om beroep aan te tekenen.

Als advocaat kunnen wij u daarbij helpen.

Kan ik mijn partner in de gevangenis bezoeken?

Wanneer u in de gevangenis zit, kan u verschillende soorten bezoek ontvangen.

Ten eerste kan u dagelijks bezoek krijgen van uw advocaat.

Daarnaast kan u bezoek ontvangen van vrienden en familie:

  • Normaal gebeurt dit aan een tafel in een gemeenschappelijke ruimte.
  • Om veiligheidsredenen, kan het bezoek ook achter glas worden georganiseerd.
  • Bovendien heeft u recht om minstens één keer per maand ongestoord bezoek te ontvangen gedurende minimum twee uur. Dit betekent dat u even tijd kan doorbrengen met de gedetineerde in een aparte en private ruimte die afgeschermd is van de rest van de gevangenis.

Ik heb een uitspraak van de strafrechter ontvangen maar ik ben het er niet mee eens.

Indien u niet akkoord bent met een gerechtelijke beslissing, beschikt u over een aantal mogelijkheden om deze beslissing aan te vechten. Dit worden rechtsmiddelen genoemd. Het is belangrijk om het juiste rechtsmiddel tijdig in te stellen. Een advocaat kan u hierbij helpen.

Indien u in eerste aanleg persoonlijk bent verschenen voor de rechtbank of vertegenwoordigd werd door een advocaat, bent u op tegenspraak veroordeeld. In dit geval kan u hoger beroep aantekenen tegen de genomen beslissing. Dit rechtsmiddel houdt in dat uw zaak opnieuw behandeld zal worden voor een hogere rechtbank. Indien u bijvoorbeeld hoger beroep instelt tegen een vonnis van de politierechtbank, dan zal uw zaak opnieuw worden behandeld door de correctionele rechtbank.

Indien u in eerste aanleg niet persoonlijk bent verschenen voor de rechtbank en u zich niet hebt laten vertegenwoordigen door een advocaat, bent u bij verstek veroordeeld. In dit geval kan u verzet aantekenen, maar u kunt ook hoger beroep aantekenen. Wenst u verzet aan te tekenen dan zult u gegronde redenen moeten formuleren waarom u niet aanwezig was op de eerdere zitting. Indien u verzet aantekent, zal uw zaak opnieuw door dezelfde rechter worden beoordeeld. Indien u daarentegen hoger beroep aantekent, zal uw zaak worden behandeld door een hogere rechtbank.

Na het instellen van hoger beroep tegen een vonnis, wordt de uitspraak in laatste aanleg gewezen. Tegen uitspraken in laatste aanleg gewezen is enkel nog cassatieberoep mogelijk bij het Hof van Cassatie. Dit betreft een buitengewoon rechtsmiddel, aangezien het Hof enkel zal oordelen over de wettigheid van de rechterlijke uitspraak. Het Hof zal zich met andere woorden niet uitspreken over de grond van de zaak, maar enkel nagaan of de procedure vereisten werden gerespecteerd. De rechtspleging voor het Hof van Cassatie is dus geen derde aanleg.

Welke gevolgen heeft een strafblad?

Soms is het nodig om te kunnen aantonen dat u over een blanco strafblad beschikt en zal u – bijvoorbeeld in een professionele context – gevraagd worden naar een attest van ‘goed gedrag en zeden’. Dit document kan u afhalen bij de dienst Bevolking van uw gemeente.

Via dit attest verkrijgt men een inzicht in uw gerechtelijk verleden. Een veroordeling kan dus nadelig zijn in uw professionele carrière.

Heeft de rechter een opschorting van de uitspraak van veroordeling toegestaan (d.w.z. dat de rechter heeft vastgesteld dat u schuldig bent, maar geen straf uitspreekt) of heeft u een werkstraf gekregen, dan kan uw werkgever dit niet zien op uw attest van goed gedrag en zeden en blijft dit attest blanco.

Enkel de rechterlijke instanties hebben toegang tot het volledige uittreksel van uw strafblad en enkel zij kunnen controleren of u al eens een opschorting of een werkstraf heeft gekregen.

Mag ik mijn strafdossier gaan inkijken en welke informatie vind ik erin terug?

Een strafdossier bestaat uit alle nuttige stukken voor de behandeling van uw zaak, zoals bewijsstukken die door het Openbaar Ministerie en/of de onderzoeksrechter werden verzameld.

Tijdens het opsporings- of gerechtelijk onderzoek heeft u geen automatische toegang tot uw strafdossier. Om uw strafdossier te kunnen raadplegen, dient een verzoekschrift te worden ingediend.

Na het onderzoek, kan u uw strafdossier gaan inkijken op de griffie van de rechtbank (d.i. de administratie van de rechtbank) die uw zaak gaat behandelen.

Als advocaat kunnen wij het verzoekschrift opstellen, het strafdossier voor u gaan inkijken en/of het samen met u doornemen.

Mijn bezittingen werden in beslag genomen, hoe krijg ik deze terug?

Wanneer uw bezittingen in beslag werden genomen naar aanleiding van een opsporings- of een gerechtelijk onderzoek, dan dient een verzoekschrift te worden verstuurd naar het Openbaar Ministerie of de onderzoeksrechter om dit beslag op te heffen.

Als advocaat kunnen wij dit verzoekschrift voor u opstellen.

Wat is het verschil tussen een opsporings- en een gerechtelijk onderzoek?

In principe zal het Openbaar Ministerie een opsporingsonderzoek voeren. Dit onderzoek heeft de bedoeling om daders, hun misdrijven en de bewijzen ervan op te sporen.

Enkel wanneer zou blijken dat er dwangmaatregelen nodig zijn om de zaak verder te onderzoeken, wordt een gerechtelijk onderzoek bevolen en krijgt een onderzoeksrechter de leiding.

Dwangmaatregelen kunnen onder andere bestaan uit: een telefoontap, een huiszoeking, het uitvaardigen van een aanhoudingsbevel …