Opsporingsonderzoek
In principe zal het Openbaar Ministerie een opsporingsonderzoek voeren. Dit onderzoek heeft de bedoeling om daders, hun misdrijven en de bewijzen ervan op te sporen.
Het Openbaar Ministerie zal een onderzoek starten op eigen initiatief of na een aangifte van het slachtoffer.
Kenmerken
Schriftelijk
Het opsporingsonderzoek kent een schriftelijk karakter. Dit houdt in dat voor elke onderzoekshandeling er een schriftelijk stuk wordt opgemaakt. Het geheel van deze schriftelijke stukken vormt het strafdossier.
Geheim
In principe is het opsporingsonderzoek geheim. Enkel op die manier kan het vermoeden van onschuld worden gewaarborgd en kan het onderzoek op een zo efficiënt mogelijk manier verlopen.
Uitzonderingen
Mededeling van kopie van het verhoor
De eerste uitzondering op het geheim karakter van het opsporingsonderzoek is de mededeling van een kopie van het verhoor. Indien u door de politie wordt ondervraagd, kan u steeds kosteloos een kopie verkrijgen van uw verhoor.
Verzoek tot inzage en kopie van het strafdossier
Ten tweede kunnen de rechtstreeks belanghebbenden (d.i. de verdachte, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij, diegene die een verklaring van benadeelde persoon hebben afgelegd, zij die in hun rechten zijn getreden of die hen als lasthebber ad hoc, voogd, voogd ad hoc vertegenwoordigen) een inzage van het strafdossier vragen op basis van een verzoekschrift.
Indien het Openbaar Ministerie u een inzage in het dossier weigert, kan u steeds beroep aantekenen bij de kamer van inbeschuldigingstelling.
Uw advocaat kan u helpen om een juridisch correct verzoekschrift op te stellen.
Niet tegensprekelijk
Het opsporingsonderzoek heeft een niet-tegensprekelijk karakter. Dit wil zeggen dat het Openbaar Ministerie u niet moet inlichten over het verdere verloop van het onderzoek.
In tegenstelling tot wat geldt voor het gerechtelijk onderzoek, kan u het Openbaar Ministerie ook niet formeel verzoeken om bepaalde onderzoekshandelingen uit te voeren. Natuurlijk kan u steeds informeel het Openbaar Ministerie aanzetten tot het voeren van een bepaalde onderzoeksdaad.
Uitzonderingen
Het strafrechtelijk kortgeding (de opheffing van het beslag)
Een eerste uitzondering op het niet-tegensprekelijk karakter van het opsporingsonderzoek is het strafrechtelijk kortgeding of de opheffing van het beslag. Indien uw goederen in beslag werden genomen, kan u een formeel verzoek richten aan het Openbaar Ministerie om het beslag stop te zetten.
Het kan naargelang het geval nuttig zijn om voor te stellen een borgsom te betalen in ruil voor de opheffing of akkoord te gaan met het verbod om de goederen tijdelijk niet te vervreemden.
Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correcte en afdoend gemotiveerd verzoekschrift.
Verzoek tot vervreemding of teruggave tegen betaling van een geldsom
Ten tweede kan het Openbaar Ministerie beslissen om over te gaan tot de verkoop of de teruggave van de in beslag genomen goederen tegen betaling van een geldsom.
Afsluiting van het onderzoek
Indien het Openbaar Ministerie het opsporingsonderzoek beëindigt, heeft hij de keuze tussen de volgende mogelijkheden.
- Ten eerste kan het Openbaar Ministerie de zaak zonder gevolg klasseren of seponeren. Dit wil zeggen dat er aan het strafdossier geen verder gevolg wordt gegeven.
- Vervolgens kan het Openbaar Ministerie ook een minnelijke schikking of een strafbemiddeling
- Ten derde kan het Openbaar Ministerie beslissen om de verdachte strafrechtelijk te laten vervolgen door de verdachte ofwel rechtstreeks voor de correctionele rechtbank te dagvaarden ofwel door een gerechtelijk onderzoek te bevelen.
Gerechtelijk onderzoek
Wanneer zou blijken dat er dwangmaatregelen nodig zijn om de zaak verder te onderzoeken, zal het Openbaar Ministerie een gerechtelijk onderzoek bevelen.
Dwangmaatregelen kunnen onder andere bestaan uit: een telefoontap, een huiszoeking, het uitvaardigen van een aanhoudingsbevel …
Vanaf dat moment krijgt de onderzoeksrechter de leiding over het onderzoek.
Daarnaast kan de onderzoeksrechter ook geadieerd worden door het slachtoffer die zich burgerlijke partij stelt op basis van een klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter. Deze mogelijkheid staat enkel open voor hij/zij die beweert het slachtoffer te zijn geworden van een wanbedrijf of misdaad. Voor slachtoffers van overtredingen bestaat deze mogelijkheid niet.
Indien het Openbaar Ministerie reeds een gerechtelijk onderzoek had gevorderd, kan het slachtoffer zich evenzeer burgerlijke partij stellen en dit bij wijze van voeging.
Kenmerken
Schriftelijk
Net zoals het opsporingsonderzoek, verloopt het gerechtelijk onderzoek schriftelijk. Dit wil zeggen dat van alle onderzoekshandelingen een geschreven stuk wordt opgemaakt. Het geheel van deze stukken vormt het strafdossier.
Geheim
Net zoals het opsporingsonderzoek, heeft het gerechtelijk onderzoek eveneens een geheim karakter om de waarheidsvinding te vergemakkelijken en het vermoeden van onschuld te waarborgen.
Uitzondering
Mededeling kopie verhoor
Als eerste uitzondering op het geheim karakter van het gerechtelijk onderzoek, dient de mogelijkheid tot mededeling van een kopie van het verhoor te worden vermeld.
Iedereen die door de politie wordt ondervraagd kan een kopie van zijn of haar verhoor gratis opvragen.
Naar aanleiding van de controle op de voorlopige hechtenis, kan ook de aangehouden verdachte een kopie krijgen van zijn ondervraging.
Verzoek tot inzage en kopie van het strafdossier
Ten tweede kunnen de rechtstreeks belanghebbenden (d.i. de inverdenkinggestelde, degene tegen wie de strafvordering is ingesteld in het kader van het gerechtelijk onderzoek, de verdachte, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij, de burgerlijke partij, de benadeelde persoon, degene die in hun rechten is getreden of die hen als lasthebber ad hoc, curator, voorlopig bewindvoerder, voogd of voogd ad hoc vertegenwoordigen) een inzage van het strafdossier vragen op basis van een verzoekschrift gericht aan de onderzoeksrechter.
Indien de onderzoeksrechter u een inzage in het dossier weigert, kan u steeds beroep aantekenen bij de Kamer voor Inbeschuldigingstelling.
Uw advocaat kan u helpen om een juridisch correct verzoekschrift op te stellen.
Niet-contradictoir
Het gerechtelijk onderzoek heeft net zoals het opsporingsonderzoek een niet-tegensprekelijk karakter. Dit wil zeggen dat u het verdere verloop van het onderzoek in principe niet kan bepalen. Hierop bestaan enkele uitzonderingen.
Uitzonderingen
Het strafrechtelijk kortgeding
Een eerste uitzondering op het niet-tegensprekelijk karakter van het gerechtelijk onderzoek is het strafrechtelijk kortgeding of de opheffing van het beslag. Indien uw goederen in beslag werden genomen, kan u een formeel verzoek richten aan de onderzoeksrechter om het beslag op te heffen.
Het kan naargelang het geval nuttig zijn om voor te stellen een borgsom te betalen in ruil voor de opheffing of akkoord te gaan met het verbod om de goederen tijdelijk niet te vervreemden.
Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correct en voldoende gemotiveerd verzoekschrift.
Verzoek tot aanvullend onderzoek
In tegenstelling tot in het opsporingsonderzoek, kan u tijdens het gerechtelijk onderzoek steeds een formeel verzoek richten tot de onderzoeksrechter om bijkomend onderzoek te voeren. Dit kan gaan over het verhoor van een getuige of verdachten een deskundigenonderzoek, een confrontatie, een huiszoeking …
U dient uw vraag tot de onderzoeksrechter te richten aan de hand van een verzoekschrift.
Indien de onderzoeksrechter weigert de door u gevraagde onderzoekshandeling te stellen, kan u steeds beroep aantekenen bij de Kamer voor Inbeschuldigingstelling.
Uw advocaat kan u helpen bij het opstellen van een juridisch correct en voldoende gemotiveerd verzoekschrift.
Voorlopige hechtenis
Indien u tijdens het gerechtelijk onderzoek bent gearresteerd door de politie, dient de noodzakelijkheid van uw verdere aanhouding periodiek te worden gecontroleerd.
Wanneer u wordt gearresteerd, kan de politie u tot 48 uur aanhouden.
Daarna moet een onderzoeksrechter beslissen of er aanwijzingen zijn voor een verlenging van uw vrijheidsberoving.
Indien de onderzoeksrechter beslist dat u langer in de cel moet blijven, levert hij een aanhoudingsbevel af. In dat geval moet de raadkamer binnen de vijf dagen beslissen over een eventuele verlenging.
Indien ook de raadkamer beslist dat u langer in de cel moet blijven, zal de raadkamer maandelijks, en na de derde raadkamerzitting tweemaandelijks, nagaan of u nog langer van uw vrijheid moet worden beroofd in de aanloop naar het proces.
Wanneer u niet akkoord bent met uw verdere vrijheidsberoving, is het natuurlijk ook mogelijk om beroep aan te tekenen.
Uw advocaat kan u helpen om juridisch correct en afdoende te motiveren waarom u niet langer in voorlopige hechtenis hoeft te verblijven.
Afsluiting van het onderzoek
Indien de onderzoeksrechter meent dat hij/zij alles heeft onderzocht wat er te onderzoeken valt, dan zal hij/zij het dossier overmaken aan het Openbaar Ministerie via een beschikking tot mededeling.
Indien het Openbaar Ministerie eveneens van mening is dat het onderzoek volledig is, zal hij overgaan tot vordering van de regeling van de rechtspleging. Hiertoe zal hij een aan de raadkamer een schriftelijke eindvordering richten.
Voor de zitting van de raadkamer heeft de inverdenkinggestelde, de burgerlijke partij en de benadeelde persoon de mogelijkheid om het strafdossier in te kijken. Ook zullen deze partijen de mogelijkheid hebben om tijdens de inzageperiode bijkomend onderzoek te vragen.
De raadkamer dient te oordelen of er voldoende bezwaren bestaan om de inverdenkinggestelde door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Indien de raadkamer van mening is dat er geen voldoende elementen in het dossier zitten om uw zaak door te verwijzen naar de correctionele rechtbank, zal de raadkamer de inverdenkinggestelde buiten vervolging stellen. Dit wil zeggen dat er geen veroordeling zal volgen door de correctionele rechtbank.